Marie Jeanette Bouman-de Lange (Jakarta, 20 december 1865 - Wapenveld, 7 juli 1923) was voorzitster van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding. Ze werd geboren in Jakarta als kind van Geldolph Adriaan de Lange en Jacoba Johanna Wiggers van Kerchem. Haar vader was ingenieur bij de Oost Indische Geografische Dienst en medeoprichter van wat later Shell zou worden, toen nog de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen. De Lange trouwde twee keer, met Jan Cornelis Bouman en Hendrik Jan de Lange. Omstreeks 1887 verhuisden De Lange en Bouman uit Jakarta terug naar Nederland, waar ze eerst in Almelo en vervolgens in Amsterdam woonden. Daar woonden ze in de buurt bij de ateliers van enkele kunstenaars, zoals George Hendrik Breitner, Willem Witsen en Isaac Israels, met wie ze contact hield en die later ook een portret van haar schilderde. De Lange hield zich zelf ook bezig met kunst en kreeg les van Maurits van der Valk en Philippe Zilcken. Ze tekende, schilderde en ontwierp meubels, al zijn er geen werken van haar overgeleverd. Rond 1897 kwamen De Lange en Bouman in een villawijk aan de Scheveningse Weg in den Haag te wonen. In den Haag leerde De Lange Jan Toorop kennen, die haar portretteerde en waarmee ze vaak brieven uitwisselde.